Schematherapie is een effectieve geïntegreerde therapeutische benadering, waarin elementen van de belangrijke wetenschappelijke therapieën met elkaar worden gecombineerd. Deze therapie wordt door DKP aangeboden en richt zich op (disfunctionele) schema’s. Dat wil zeggen dat er wordt gekeken naar schadelijke emotionele overtuigingen, die aan de basis liggen van hardnekkige diepliggende patronen. Schematherapie werkt met 18 schema’s die weer zijn onderverdeeld in 5 schemadomeinen. In deze blog leggen we je alles uit over deze 18 schema’s. Op deze schema’s is ook onze Schemacoaching gebaseerd voor werknemers en particulieren.
Schemadomein : Onverbondenheid en afwijzing
De onderstaande vijf schema’s in dit domein ontstaan wanneer de behoefte aan veiligheid, geborgenheid, hechting en bescherming onvoldoende vervuld werd in de kindertijd. Je ervaart afwijzing en je voelt je niet verbonden met anderen.
1 Verlating/ Instabiliteit:
Als je dit schema hebt, dan verwacht je dat mensen van wie je houdt, je zullen verlaten of in de steek zullen laten, bijvoorbeeld omdat ze gaan verhuizen, dood zullen gaan, of de voorkeur aan iemand anders geven. Je bent ervan overtuigd dat je uiteindelijk aan je lot wordt overgelaten. Dat geldt ook voor je huidige relatie, ook al is die best goed, de overtuiging blijft dat je uiteindelijk toch weer in de steek zult worden gelaten. Wat je ook doet, het blijkt niet mogelijk om een veilig gevoel uit jezelf te halen. Je hebt iemand nodig die jou begrijpt waarmee jij je verbonden voelt en die je veiligheid biedt.
Je zult angstig, geschokt en boos reageren als iemand, al is het maar voor even, niet beschikbaar is of even weggaat of later thuis komt dan afgesproken is. Je kan je dan heel erg aan iemand willen vastklampen en je afhankelijk gedragen, waardoor de ander nog meer afstand van je neemt. Daardoor voel jij je wanhopig en hulpeloos, eenzaam en verlaten. Je mist een betrouwbaar iemand die jou bescherming en emotionele steun biedt en met wie je een veilige verbondenheid voelt.
Oorzaken van het schema Verlating/ Instabiliteit kunnen zijn:
In jouw jeugd heb je regelmatig ervaringen gehad waarbij jij je verlaten voelde en /of verlaten werd, bijvoorbeeld door een ouder, of de vroege dood van een belangrijk persoon, of door veelvuldig alleen te zijn geweest.
De omgeving waarin je opgroeide was emotioneel niet stabiel, doordat je ouders, broers of zussen, of belangrijke andere familieleden waar je mee te maken had, onberekenbaar waren. Daardoor raak je in paniek als je door mensen waarvan je houdt alleen gelaten wordt. Ook kan het zijn dat je intieme relaties vermijdt omdat je bang bent dat je dan weer gekwetst zult worden.
Je kan je ook afhankelijk voelen van anderen, omdat je te beschermd bent opgevoed. Je kan dan de overtuiging hebben dat je de ander nodig hebt om te kunnen overleven. Daardoor kan je na het verlies van een partner heel snel overstappen naar een andere partner die voor je moet zorgen.
2 Wantrouwen/ Misbruik:
Bij het schema Wantrouwen/ misbruik heb je de verwachting dat je door anderen gebruikt, slecht behandeld, belogen, vernederd en misbruikt zult worden. Je hebt daardoor zeer veel moeite om anderen te vertrouwen. Je bent voortdurend op je hoede omdat je bang bent door hen opzettelijk gekwetst of misbruikt te worden. Je basisovertuiging is : ‘Niemand is te vertrouwen’ en ‘Als ik mij kwetsbaar toon, wordt daar misbruik van gemaakt’.
Je stelt je daardoor niet open voor relaties met anderen. Je durft niet voor jezelf op te komen en past je aan de ander aan, waardoor je relaties oppervlakkig en saai worden. Het kan ook zijn dat je voor relaties kiest die jou opnieuw slecht behandelen of misbruiken omdat deze ‘vertrouwd onveilig’ voelen. Dit is echter geen bewuste keus, omdat je daarin onbewust je vertrouwde overlevingsmechanismen weer zult inzetten die je in je jeugd nodig had om emotioneel en soms letterlijk te kunnen overleven.
Oorzaken van het schema Wantrouwen/ Misbruik zijn:
In je jeugd zijn er doorgaans vaak misbruikervaringen van verschillende aard geweest, zoals bijvoorbeeld belogen zijn of bedrogen, gekwetst, misbruikt of gemanipuleerd zijn. Deze gevoelens zijn heel wisselend en je bent daardoor voortdurend waakzaam.
3 Emotioneel tekort/ Verwaarlozing:
Mensen met dit schema hebben weinig zorg voor zichzelf; ze staan wel altijd voor anderen klaar, maar krijgen er weinig voor terug. Zo kom je aandacht en liefde tekort, omdat je voorbij gaat aan jouw eigen basale emotionele behoeften, zoals steun, verzorging, empathie, hulp en bescherming. Die daardoor niet of onvoldoende zullen worden vervuld.
Je hebt een innerlijke overtuiging dat je behoefte aan liefde en aandacht toch nooit zal worden vervuld, omdat niemand echt begrijpt hoe jij je voelt en wat je nodig hebt. Je voelt je daardoor niet echt verbonden met mensen. Je ervaart daardoor op latere leeftijd regelmatig intense gevoelens van eenzaamheid en je onbegrepen voelen.
Oorzaken van het schema Emotioneel tekort/ Verwaarlozing:
Je hebt in je leven slechts zelden het gevoel gehad dat iemand zich goed en liefdevol om jou heeft bekommerd of dat jij je geborgen en geliefd voelde. Doorgaans was er nauwelijks lichamelijke affectie in jouw kindertijd en was liefde aan voorwaarden gebonden. Je kreeg bijvoorbeeld slechts aandacht als je op school goed presteerde of thuis altijd stil was en je aanpaste. Er zijn drie soorten emotionele verwaarlozing: 1. een tekort aan empathie, zoals zorg, tederheid, aandacht, liefde en knuffels; 2. een tekort aan empathie zoals voelen dat men je begrijpt en dat je gevoelens bevestigd worden; 3. een tekort aan bescherming zoals kracht en energie, leiding en richting in je leven ervaren.
4 Minderwaardigheid/ Schaamte:
Dit schema gaat over zelfwaardering. Je vergelijkt jezelf vaak met anderen. De kernovertuiging van dit schema is ‘ik ben niets waard’ en ‘ik schiet te kort’. Je voelt je vergeleken met anderen tekort schieten, slecht, minderwaardig of ongewenst. Je hebt het idee dat er iets mis is met je en je schaamt je hiervoor. Je hebt het gevoel dat je nooit goed genoeg zult zijn om liefde, aandacht of respect van anderen te verdienen, ongeacht hoeveel moeite je daarvoor ook doet. Je verwacht permanente afwijzing.
Om deze emotionele pijn niet te hoeven voelen, ga je keihard werken of vlucht je in drank en drugs. Je kan ook net doen alsof het je allemaal niet deert en geef je anderen de schuld van je problemen. Dit doe je allemaal om maar niet gekwetst te worden.
Het idee dat je vanuit je kern slecht en waardeloos bent, maakt je onzeker en angstig. Dit leidt tot een gebrek aan zelfvertrouwen. Schuldgevoel, angst voor liefde en verbondenheid en je schamen voor wie je bent, zijn de gevoelens die horen bij dit schema.
In je eigen kindertijd werd je behoefte aan waardering, lof en acceptatie dus onvoldoende vervuld. Je ouders waren vaak uitermate kritisch, vernederden jou en wezen je af wanneer je jouw gevoelens of behoeften uitte.
Oorzaken van het schema Minderwaardigheid/ Schaamte:
De oorzaken van dit schema zijn o.a. afwijzing door een of beide ouders omdat ze je voortdurende lieten weten dat je slecht en waardeloos was, een kritische familie die afkeurend was, je werd herhaaldelijk in jouw nadeel vergeleken met je broers en zussen of zij werden voorgetrokken boven jou. Ook kan er sprake zijn geweest van seksueel of emotioneel misbruik of fysieke mishandeling door een familielid of bekende. Je kan ook zijn gepest op school, waarbij niemand het voor je opnam en je steunde.
5 Sociaal isolement/ Vervreemding:
Als er bij jou sprake is van het schema Sociaal isolement/ Vervreemding, dan voel je je vervreemd of afgesneden van de rest van de wereld. Je hebt het idee er niet bij te horen of fundamenteel anders te zijn dan de mensen om je heen en je buitengesloten bent. In groepen voel jij je een buitenstaander, zelfs bij je eigen gezin, familie of vriendenkring mis je verbondenheid. Doorgaans heb je geen echte vrienden en vertrouwelingen, met wie jij je verbonden voelt. Op het schoolplein was je vaak alleen en was er weinig aansluiting bij andere kinderen en werd je niet uitgenodigd om mee te doen met allerlei activiteiten.
Je omgeving heeft meestal niet in de gaten dat jij je zo voelt en vindt je vaak best wel goed geïntegreerd. Dat komt omdat je redelijk sociaal vaardig bent in een- op- een gesprekken. Maar op je werk, tijdens vergaderingen en bij feestjes worden de gevoelens uit dit schema geactiveerd en komt er tot uiting hoe onzeker, angstig en afstandelijk jij je voelt in groepen.
Oorzaken voor het ontstaan van het schema Sociaal isolement/ Vervreemding:
De oorzaken voor het ontstaan van het schema Sociaal isolement/ Vervreemding kunnen o.a. zijn, dat het gezin waar je uitkomt anders was dan andere gezinnen, bijvoorbeeld omdat je uit een andere bevolkingsgroep komt, een andere huidskleur of een andere religie hebt, of dat je erg rijk was of arm, of omdat je hele familie inclusief opa en oma in het criminele drugscircuit zaten, of je moeder verslaafd was. Ook door vele verhuizingen kan het dat je de aansluiting met je leeftijdsgenoten miste. Of je dacht dat je minder was door een of andere afwijking, bijvoorbeeld een handicap, of erg lang of klein was voor je leeftijd. Het kan ook dat je door regelmatig seksueel misbruik het normale contact met je klasgenoten niet meer kon voelen, omdat je met hele andere dingen bezig was dan zij. Het kan ook zijn dat jouw gezin in jouw ogen heel gewoon was terwijl er weinig verbondenheid was.
Vanuit het gevoel van eenzaamheid kan angst ontstaan en dit kan tot depressieve leiden. Bij dit schema is er ook vaak sprake van fysieke klachten, zoals hoofdpijn, maagpijn, pijn op de borst of slaapproblemen.
Schemadomein: Verzwakte autonomie en verzwakt functioneren
De onderstaande vier schema’s in dit domein ontstaan wanneer de behoefte aan autonomie en zelfstandigheid niet vervuld werd. Sommige mensen met deze schema’s werden in hun kindertijd overvraagd en andere mensen werd juist te weinig autonomie of zelfstandigheid toevertrouwd.
6 Afhankelijkheid/ Onbekwaamheid:
Als je het schema Afhankelijkheid/ Onbekwaamheid hebt, voel je je vaak extreem hulpeloos en hopeloos en acht je jezelf niet capabel om zonder de hulp van anderen je dagelijkse verantwoordelijkheden te nemen, zoals je financiële zaken en om belangrijke keuzes in je leven te maken. Zelfs nu je volwassen bent zoek je nog steeds mensen op die je als een kind behandelen en jouw leven regelen. Je maakt je daardoor afhankelijk van anderen en hebt daardoor voortdurend hun ondersteuning nodig. Je basisovertuiging over jezelf is ‘Ik kan het niet alleen’. ‘ Ik heb anderen nodig omdat ik anders overspoeld wordt door angst en paniek wanneer iets of iemand een appèl op mij doet’.
Ook tegenafhankelijkheid is mogelijk. Je hebt dan een houding ontwikkeld waarbij je voortdurend met opzet het tegenovergestelde doet wat iemand je adviseert. Je bent dan uiteraard nog net zo onvrij, omdat je dan ook je gedrag laat afhangen van een ander.
Oorzaken voor het ontstaan van het schema Afhankelijkheid/ Onbekwaamheid:
Bij het schema Afhankelijkheid/ Onbekwaamheid, is de kans groot dat je uit een intens hecht kluwen gezin komt, waarin je overmatig beschermd werd. Daardoor had je onvoldoende mogelijkheden om vertrouwen in je eigen vaardigheden op te bouwen, omdat je weinig verantwoordelijkheden kreeg en complimenten als iets je gelukt was.
Het kan ook zijn dat je juist te weinig beschermd werd omdat jij je als een volwassene moest gedragen in je gezin, terwijl je nog een kind was. Of je ouders je gewoon niet geleerd hebben hoe je nieuwe taken kunt aanleren of vaardigheden kunt ontwikkelen, of omdat je steeds kritiek kreeg op de manier zoals jij je dagelijkse taken uitvoerde.
7 Kwetsbaarheid voor ziekte en gevaar:
Kenmerkend voor het schema Kwetsbaarheid voor ziekte en gevaar, is dat je een uitgesproken angst voor rampspoed, ziekten of andere problemen hebt die je kunnen overkomen en waar je je niet tegen kunt beschermen. Je ziet heel veel gevaar in dingen waar anderen zich veel minder druk over maken.
Bij dit schema voelt de wereld voor jou als een onveilige plek; je kunt last hebben van angst voor je gezondheid, bijvoorbeeld omdat je bang bent om een vreselijke ziekte te krijgen, zoals kanker of hartfalen. Je gaat vaak naar de dokter om deze zaken uit te sluiten, maar je bent niet gerust te stellen en blijft angstig. Of je vermijdt het bezoek aan de dokter omdat je bang bent dat er inderdaad iets ontdekt wordt.
Je kan ook angst hebben voor mogelijk gevaar; je denkt dan voortdurend onveilig te zijn. Je bent bang voor ongelukken en bent continu gespannen en alert. Er kan ook sprake zijn van angst voor armoede; je bent dan bang in één keer je geld te verliezen. Je durft je geld nauwelijks uit te geven en bent het vooral aan het oppotten. Ook kan er angst zijn jezelf niet in te bedwang te kunnen houden en de controle te verliezen; bijvoorbeeld omdat je bang bent om flauw te vallen, een paniekaanval te krijgen, of gek te worden.
Oorzaken voor het ontstaan van het schema Kwetsbaarheid voor ziekte en gevaar:
De oorzaken voor het ontstaan van dit schema kunnen zijn, dat je gedrag hebt overgenomen van je ouders, die bang of fobisch waren over van alles dat mis kon gaan. Of je ouders waren overbeschermend; ze wezen je dan steeds op dreigend gevaar en om hiervoor op te passen. Het tegenovergestelde kan ook ; je ouders beschermden je juist niet voldoende, waardoor je jeugd daadwerkelijk onveilig was. Het kan ook zijn dat je als kind veel ziek bent geweest of dat je een ernstig traumatische gebeurtenis (trauma ptss) hebt meegemaakt, bijvoorbeeld een auto-ongeluk, of dat een van je ouders een ernstig ongeluk heeft meegemaakt of vroeg is gestorven.
8 Verstrengeling/ Kluwen/ Onderontwikkeld zelf:
Mensen met het schema Verstrengeling/ Kluwen/ Onderontwikkeld zelf, hebben een weinig ontwikkeld identiteitsgevoel. Ze zijn sterk verstrengeld in relaties met anderen (meestal de ouders). Om zich compleet te voelen of beslissingen te kunnen nemen, heeft men telkens opnieuw rugdekking van anderen nodig – vaak van hun moeder.
Met dit schema ben je als het ware emotioneel verstrikt geraakt in de relaties met anderen, of emotioneel nooit van hen los gekomen. Vaak is dat in je vroege jeugd begonnen in de relatie met (een van) je ouders. Je bent overmatig op hen betrokken geraakt, wat ten koste ging van je eigen persoonlijke leven en van je eigen mening, je eigen voorkeuren of interesses en dus van je eigen individualiteit. Zonder de ander kan het voelen alsof er iets ontbreekt in je leven. Je bent er van overtuigd geraakt, dat je dierbaren niet kunnen overleven of gelukkig kunnen zijn zonder jouw voortdurende betrokkenheid, of dat je zelf niet zonder hen kunt. De relatie voelt zo intens, waardoor je denkt dat de ander jou kan begrijpen zonder dat jij iets hoeft uit te leggen en andersom.
Mensen met dit schema hebben moeite om hun eigen gevoelens helder waar te nemen. Het is je niet duidelijk waar de grenzen van jezelf en de ander beginnen. Je kan je schuldig voelen als je hierin een scheiding tracht aan te brengen, tevens kan het angsten oproepen omdat je geen bestaansrecht voelt zonder de ander, en boosheid wanneer je steeds weer verstrikt raakt in de gevoelens van de ander.
Oorzaken van het schema Verstrengeling/ Kluwen/ Onderontwikkeld zelf:
Oorzaken van dit schema kunnen onder andere zijn dat je ouders een beroep op jou deden om voor hen te zorgen, of dat je ouders dominant waren en jij steeds deed wat ze je opdroegen waardoor je niet toekwam aan je eigen dingen. Het kan ook dat je ouders zich met jouw leven bleven bemoeien en jij dat vervolgens deed met het hunne. Of dat jij op vroege leeftijd door een van je ouders tot zijn of haar vertrouweling werd gemaakt waardoor jij je verantwoordelijk bent gaan voelen voor hem of haar.
9 Mislukking:
Het schema Mislukking wordt gekenmerkt door de overtuiging dat men nooit succes zal hebben en minder talent of intelligentie bezit dan de meeste andere mensen. Men voelt zich dom en zonder talent. In hun jeugd hebben mensen met dit schema doorgaans veel kritiek gekregen, bijvoorbeeld op school of thuis, in het bijzonder kritiek op de eigen persoon.
Ook over de dingen die je nu en later zou willen doen, heb je weinig vertrouwen in een goede afloop. Daarom ben je geneigd geen nieuwe dingen te beginnen. Ook familie en vrienden die je langer kennen, spreken hun twijfels uit als je weer aan iets nieuws begint; voor hen staat reeds vast dat je zult opgeven; 12 ambachten en 13 ongelukken.
Dit betekent dat je continu de angst voelt om te falen. Daardoor ben je bang werkelijk te laten zien wat je kunt en vermijdt je belangrijke stappen in je leven uit angst voor de verantwoordelijkheid die ermee gepaard gaat. Je bent geneigd om tot passiviteit te vervallen. Het enthousiasme dat je aanvankelijk misschien wel voelde, kan dan veranderen in verveling en frustratie en deprimerende gevoelens en oppervlakkige of schadelijke bezigheden. Dat zijn manieren om jezelf te saboteren. Je laat wat je aanpakt onbewust mislukken. Ook als je therapie overweegt zul je daarvan denken dat het niets gaat worden.
Als kind werd je misschien dom genoemd of lui. En werd je misschien ook zo behandeld. Als volwassene houd je dit schema vervolgens in stand, door als iets je niet goed gelukt is, dit gevoel van mislukking te overdrijven. Door je zo te gaan gedragen zorg je ervoor dat je die mislukking voortdurend aan jezelf bevestigd.
Het schema Mislukking hangt vaak samen met andere schema’s, die de onderliggende oorzaak kunnen zijn, bijvoorbeeld met Emotioneel tekort en Afhankelijkheid. En ook Sociaal isolement: omdat je je minder voelt dan de anderen, zoek je geen aansluiting. Of het schema Op je rechten staan: als je bijvoorbeeld te weinig geleerd hebt om zelfdiscipline te beoefenen en je bent gaan vinden dat wat je aanpakt niet veel moeite mag kosten.
Je overtuiging is zo sterk, dat jij je niet kunt voorstellen, dat je iets waarvoor je je best zal doen ook daadwerkelijk tot een goed einde zal brengen. Je bent geneigd te denken dat het je allemaal niet zoveel meer kan schelen: ‘ Wat ik ook aanpak het mislukt toch’ en ‘Ik ben een mislukkeling’.
Oorzaken van het schema Mislukking:
Het kan zijn dat een van je ouders heel kritisch was op jouw prestaties, waardoor je het gevoel kreeg dat je te tekort schoot, bijvoorbeeld op school of met sporten. Ze noemden je vaak dom of onhandig, een mislukkeling, enzovoort. Ook kan het dat je ouders of broers en zussen heel succesvol zijn en geloof je dat het je nooit zal lukken om aan die hoge eisen te kunnen voldoen, waardoor je gestopt bent met dat te proberen. Het kan zijn dat je ouders geprobeerd hebben je succes tegen te werken omdat je anders te succesvol zou zijn en zij jou kwijt zouden raken.
Misschien kwam het omdat je problemen met leren had, of met je concentratie of je coördinatie. Inmiddels ben je gestopt met je best te doen om vernedering te voorkomen.
Of je ouders waren immigranten en was jouw gezin arm en had minder opleiding vergeleken met de gezinnen van je klasgenoten, waardoor je dacht dat je minder waard was en dat je dit nooit meer zou kunnen inhalen.
Ook kan het dat je ouders je onvoldoende realistische grenzen hebben gesteld. Daardoor heb je geen zelfdiscipline en verantwoordelijkheid geleerd om je huiswerk te maken en je vaardigheden eigen te maken om efficiënt te kunnen studeren en daarmee succesvol te zijn en je gestelde doel te behalen. In het ernstigste geval werd je misschien mishandeld door je ouders, waardoor je wellicht ook het schema Minderwaardigheid/Schaamte of Wantrouwen/Misbruik, hebt ontwikkeld
Schemadomein: Verzwakte grenzen
De onderstaande twee disfunctionele schema’s in dit domein ontstaan wanneer er in de kindertijd geen gepaste realistisch grenzen werden gesteld. Vaak werd men fundamenteel verwend (eventueel ook op materieel gebied), maar het komt ook voor dat er erg inconsistent grenzen werden gesteld, met een afwisseling tussen overdreven grenzen en volledige vrijheid. Hierdoor kregen deze mensen geen gelegenheid om hun doorzettingsvermogen te trainen.
10 Zich rechten toe-eigenen/ veeleisend/ grootsheid:
Bij dit schema denk je dat je superieur bent ten opzichte van anderen. Je vindt jezelf speciaal en je gedraagt je veeleisend en verwend. Je probeert je omgeving te bepalen naar je wil. Je bent van mening dat je recht hebt op uitzonderingen en dat jij je niets hoeft aan te trekken van de behoeften van anderen of van regels en gangbare gebruiken. Je haat het om hierdoor belemmerd of afgeremd te worden. Je hebt geen of weinig aandacht voor de regels van wederkerigheid in normale sociale interacties. Andere storen je vaak of staan je in de weg. Je gaat vaak de concurrentie aan met anderen en controleert hen om aan je eigen behoeftes te voldoen.
Er bestaat ook een afhankelijke vorm van op je rechten staan. Je vindt dan dat je het recht hebt om op andere mensen te leunen. Je plaatst jezelf in de zwakke, behoeftige rol en eist dat andere klaar staan om voor je te zorgen en voor jou verantwoordelijk zijn.
Je overtuiging is: ‘ik heb er recht op om alles te krijgen wat ik wil’. Je hebt er geen idee van wat realistisch is, wat anderen redelijk achten of wat de kosten zijn voor anderen. Jij beschouwt jezelf als boven de wet verheven en je denkt dat je bijzonder en bevoorrecht bent.
Mensen met dit schema hebben er doorgaans zelf weinig last van, maar hun partner, familie en vrienden des te meer. Vaak pas komen ze in therapie als ze hun relatie of baan dreigen te verliezen.
Oorzaken van het schema Zich rechten toe-eigenen/ Veeleisend/ Grootsheid:
Het kan zijn dat je ouders te weinig grenzen stelden, dat zij jou verwenden en jij hen wellicht overheerste. Ook kan er sprake zijn van overbescherming waardoor je ouders alle problemen en beslissingen en moeilijke taken voor je oplosten, waardoor je deze zorg nu nog steeds van je omgeving eist. Het kan ook zijn dat je verwaarloosd bent en geen of nauwelijks aandacht en zorg hebt gehad en dit je later zo boos heeft gemaakt dat je nu genoegdoening eist.
Vaak krijgen mensen met dit schema in de kindertijd te horen dat zij of hun familie bijzonderder waren dan anderen en werden ze tenminste materieel verwend. Niet zelden ontstaat dit schema ook door modelleren of kopiëren, bijvoorbeeld wanneer de ouders zich volgens dit schema gedragen.
11 Gebrek aan zelfcontrole/ zelfdiscipline:
Bij dit schema ontbreekt het je doorgaans aan twee eigenschappen: zelfcontrole – dit is het vermogen om emoties en impulsen voldoende te bedwingen – en zelfdiscipline of frustratietolerantie – het vermogen om voldoende verveling en frustratie te verdragen om taken af te maken. Je kunt emotionele gevoelens, zoals bij tegenslag en conflict, en impulsen niet of nauwelijks beheersen wanneer het gaat om het bereiken van doelen. Je kunt je bevrediging op korte termijn niet uitstellen voor de lange termijndoel. Dit kan ten koste gaan van het afmaken van dingen, het je houden aan afspraken, het nakomen van verplichtingen en betrouwbaar zijn. Ook kan het leiden tot verslaving, zoals te veel eten, drinken en roken, drugs en seks. Met dit schema heb je vaak zelf minder last dan je omgeving. In het extreme geval kan het leiden tot crimineel gedrag.
Oorzaken van het schema Gebrek aan zelfcontrole/ zelfdiscipline:
Als kind werd je verwend en hebben je ouders te weinig grenzen gesteld om je eigen frustraties te verdragen en je impulsen in bedwang te houden. Of er was te weinig betrokkenheid van je ouders bij jou als kind. Ook kan er sprake zijn van een aangeboren heftig temperament waartegen je ouders zich niet opgewassen voelden en waar ze zich bij neerlegden. Of je kreeg al vroeg het predicaat ‘een moeilijk kind’ te zijn, waar je ouders zich geen raad mee wisten. Je bent aan dit beeld gaan voldoen zonder je eigen verantwoordelijkheden te nemen om jezelf te begrenzen.
Schemadomein : Gerichtheid op anderen
De onderstaande drie schema’s ontstaan wanneer mensen hun eigen behoeften en gevoelens niet adequaat kunnen uitdrukken. Mensen met schema’s in dit domein gedragen zich in overeenstemming met de interesses en behoeften van anderen. Ze vinden dat ze veelal geen recht hebben op eigen behoeften. Vaak komen ze uit gezinnen waar slechts van voorwaardelijke acceptatie sprake was.
12 Onderwerping:
Met dit schema stel je in relaties geen grenzen en geef je de ander steeds de macht. Je geeft jezelf over aan de wil van anderen uit angst voor mogelijke negatieve gevolgen, zoals kritiek, conflicten, straf of verlating, wanneer jij je eigen wensen, mening en gevoelens zou uiten.
Omdat je je gevoelens en behoeften onderdrukt, zal zich langzamerhand steeds meer frustratie en woede in je opstapelen. Uiteindelijk kan dit leiden tot heftige woede-uitbarstingen, passief agressief gedrag, zelf beschadiging en psychosomatische symptomen. Het schema kan ook leiden tot rebellie en ongehoorzaam gedrag als overcompensatie van de onderwerping. Ook dit is uiteraard geen vrije keuze, omdat die bepaald wordt door degene tegen wie je rebelleert.
Je overtuiging is ‘anderen vinden mijn behoeften, gevoelens en meningen niet belangrijk’ of ‘als ik me niet aanpas’ dan zwaait er wat en word ik gestraft.
Het schema brengt veel angst en tegelijkertijd woede en boosheid met zich mee doordat je niet de ruimte durft te nemen die je nodig hebt.
Oorzaken van het schema Onderwerping:
Jouw rechten, behoeften en meningen werden door je ouders niet gerespecteerd toen je klein was. Wellicht probeerden je ouders je te domineren of controleerden ze voortdurend bij alles wat je deed. Ze straften of bedreigden je als je iets niet op hun manier deed. Je moest letterlijk op eieren lopen, hopend dat je niet iets verkeerds zei of deed, waardoor ze plotseling onvoorspelbaar boos en in woede konden ontsteken. Of ze negeerden je compleet of verbraken plots het contact met je. Het kan ook zijn dat je regelmatig getuige was van bedreiging of lichamelijke mishandeling. Minder heftig, maar ook een rol kan hebben gespeeld, dat je ouders zichzelf opofferden voor anderen en hun eigen behoeften ontkenden.
13 Zelfopoffering:
Met dit schema ben je voortdurend gericht op het vervullen van de behoeften van anderen. Wanneer je rekening houdt met je eigen behoeften voel je je vaak schuldig. Je geeft zoveel aan anderen dat jij jezelf tekort doet. Uiteindelijk wordt je rancuneus door deze disbalans en ga jij je ergeren aan de mensen voor wie je zorgt.
Je bent erg betrokken en gevoelig voor de pijn van anderen; door het intens meevoelen ga je zorgen voor de ander en denk je op een overdreven manier dat jij verantwoordelijk bent om de pijn te verzachten. Je behoefte om je op te offeren voor de ander doe je geheel vrijwillig. Dit kan zijn door een ingegeven schuldgevoel of dat je waardering wilt voor de zorg voor anderen.
Je hebt daarom veel moeite om je eigen behoeften te tonen. In contacten kies je vaak voor mensen die zorg nodig hebben en die het jou dikwijls niet terug kunnen geven. Hierdoor krijg je het idee dat jouw behoeften niet gezien worden of dat er niet aan tegemoet gekomen wordt. Omdat je zoveel voor een ander zorgt ga je ook iets terug verwachten. Bij het besef dit niet te krijgen kan je boos en verdrietig worden.
Je denkt dat je minder waard bent dan anderen. De overtuiging bij dit schema kan zijn: ‘ anderen waarderen het als ik iets voor ze doe, dan ben ik betekenisvol en heb ik bestaansrecht’, of: ‘ik moet mijn gevoelens verbergen, want anders heeft de ander het zo zwaar’.
Oorzaken van het schema Zelfopoffering:
Oorzaken kunnen zijn: Jij hebt vroeger de zorg voor anderen uit het gezin op je genomen omdat een van je ouders daartoe niet in staat was en was je het luisterend oor van je ouders. Als kind handelde je voorzichtig omdat je bang was dat je ouders of een van hen zich zorgen zouden maken of zelfs depressief werden. Je ouders waren ernstig ziek en konden zelf weinig of geen zorg bieden.
Het kan ook zijn dat er voor jouw mening en behoeften weinig tot geen ruimte was omdat de zorg naar anderen ging. Of dat je ouders je een schuldgevoel gaven als je niet deed wat zij van je vroegen. Of je zag je ouders als voorbeeld; ze zorgden belangeloos voor anderen en zetten hun eigen behoefte aan de kant.
Anders dan bij het schema onderwerping gaat het bij dit schema niet zozeer om volledige aanpassing, maar om het zo goed en zo snel mogelijk aanvoelen van andermans behoeften.
14 Goedkeuring en erkenning zoeken:
Met dit schema zoek je op een overdreven wijze naar erkenning, waardering en goedkeuring. Je hecht bijvoorbeeld veel waarde aan een knap uiterlijk, een goed voorkomen en een hoge sociale status om jezelf te verzekeren van lof en erkenning van anderen. Vaak gaat dit ten koste van jouw eigen behoeften en de ontwikkeling van een stevig en authentiek gevoel van eigenwaarde. Je zelfbeeld is hoofdzakelijk afhankelijk van de reacties van anderen.
Schemadomein: Overmatige waakzaamheid en inhibitie
De onderstaande vier schema’s in dit domein ontstaan wanneer de behoefte aan spontaniteit, plezier en spel in de kindertijd onvoldoende vervuld werd. De familiale achtergrond wordt meestal door een harde, prestatiegerichte en rigide sfeer gekenmerkt. Prestatie en perfectionisme werden beloond, terwijl de uitdrukking van emoties en behoeften geremd of bestraft werd.
15 Negativiteit en pessimisme:
Dit schema verleidt mensen ertoe overal en altijd het slechte, negatieve en problematische te zien. Positieve aspecten worden geminimaliseerd of genegeerd. Deze mensen hebben voortdurende angst om fatale fouten te maken. Ze hebben dan ook moeite om beslissingen te nemen, zijn uitermate bezorgd en constant bedacht op gevaar. Ze zijn erg gepreoccupeerd met hun opgedane negatieve ervaringen.
16 Emotionele geremdheid:
Bij dit schema rem je jezelf voortdurend af als het gaat om spontaan je gevoelens uiten of andere laten zien wat er in je omgaat. Het kan gaan om het tegenhouden van impulsen, zoals gevoelens van boosheid en agressie. Maar ook gevoelens van plezier, intimiteit of seksuele opwinding worden onderdrukt. Je vreest dat anderen dit gedrag afkeuren, of dat je de controle over je impulsen zult verliezen en je schaamte daarna hierover.
Ook gesprekken over je eigen kwetsbaarheid of problemen worden vermeden of als belachelijk beleefd en afgekeurd door jezelf. Je legt daarom sterk de nadruk op rationaliteit om die gevoelens van angst en spanning die overheersen niet toe te laten. Daardoor maak je naar je omgeving een rigide, beheerste en vreugdeloze indruk. Het kan ook zijn dat je vijandig of rancuneus naar je omgeving bent door de frustratie en woede van het niet kunnen uiten van je gevoelens.
Oorzaken van het schema Emotionele geremdheid:
De oorzaken kunnen o.a. zijn dat je ouders het uiten van emoties sterk afkeurden en je het idee hebt gekregen dat je de aandacht en liefde van je ouders zou verliezen en te schande zou worden gezet als jij je spontane gevoelens zou tonen. Of dat je niet het voorbeeld wilde volgen van je temperamentvolle en impulsieve broer of zus, die door jullie ouders vervolgens daarop afgerekend werd, door hem of haar te negeren of streng te straffen. De oorzaak kan ook zijn omdat je uit een cultuur komt waarin het beheersen van emoties als een hoogstaand doel wordt gezien.
17 Meedogenloze strenge normen/ extreem hoge eisen:
Als je gevangen zit in dit schema voel je je permanent onder druk staan om dingen af te maken, doelen te bereiken en overal de beste in te zijn. Je hebt daarbij steeds het gevoel nooit goed genoeg te zijn en altijd nog meer moeite te moeten doen dan anderen. Jouw normen zijn meedogenloos. Je staat zeer kritisch tegenover jezelf en anderen. Je bent gefocust op zaken die buiten jezelf liggen, zoals activiteiten die gericht zijn op geld, status, schoonheid of (maatschappelijke) erkenning. Je hebt daarbij weinig of geen aandacht voor ontspanning en je eigen welbevinden; je geluk, plezier en voldoening in je werk en fijne interpersoonlijke contacten.
Dit schema gaat samen met perfectionisme, rigide regels en continu zorgen over tijd en efficiency. Er is tevens sprake van een enorme angst om te falen en de schaamte hierover. Vaak gaat dit vergezeld met lichamelijke stresssymptomen, zoals hoge bloeddruk, maagklachten en vermoeidheid.
De basisovertuiging bij dit schema is: ‘Het kan altijd beter, het is nooit goed genoeg’.
Oorzaken van het schema Extreem hoge eisen:
Je kreeg als kind slechts aandacht van je ouders als je goed gepresteerd had, de rest was niet belangrijk en onvoldoende. Ze reageerden met kritiek of maakten denigrerende opmerkingen waar anderen bij waren, waardoor jij je schaamde. Of jouw ouders waren jouw grote voorbeeld en wilde je net zo als hen worden.
De strenge normen zijn het gevolg van compensatie voor de schema’s Minderwaardigheid/ schaamte, Sociaal isolement, Emotioneel tekort of Mislukking.
18 Bestraffende houding:
Mensen met dit schema zijn er van overtuigd dat mensen streng gestraft moeten worden als ze fouten maken. Ze zijn agressief, intolerant, ongeduldig en zichzelf en anderen niet vergevingsgezind.