Angst is een normale en gezonde reactie op bedreigende situaties. Iedereen heeft wel eens een angstig gevoel. Echter als we angstig zijn en in paniek zijn, zonder dat er werkelijk gevaar is, dan kan er sprake zijn van een angststoornis. Die kan verschillende vormen hebben, zoals een paniekstoornis.
Wat is een paniekstoornis?
Bij een paniekstoornis heb je regelmatig, zonder aanleiding, een paniekaanval en heb je het gevoel dat je de controle over jezelf verliest, of dat je gek wordt of doodgaat. Tussendoor heb je dan steeds weer de angst om een nieuwe paniekaanval te krijgen. Daardoor vermijd je vaak situaties en plekken zoals winkels, grote rijen aan de kassa, restaurants en openbaar vervoer. Als dit laatste ook het geval is, spreekt men van agorafobie of pleinvrees.
Resultaat na de interventie:
- De cliënt heeft inzicht verkregen in het ontstaan van zijn paniekaanvallen en hoe hij deze zelf in stand houdt.
- De zelfcontrole en daarmee het zelfvertrouwen van de cliënt zijn vergroot; hij is in staat om op een adequate wijze met zijn paniekstoornis om te gaan en ondervindt niet langer hinder van zijn paniekstoornis in zijn professionele en persoonlijke leven.
Symptomen bij een paniekaanval zijn o.a.
- Hartkloppingen
- Zweten
- Trillen of beven
- Ademnood en het gevoel te stikken
- Pijn op de borst
- Misselijkheid of buikpijn
- Licht in het hoofd worden
- Duizelig
- Onwerkelijk voelen
- De angst om de controle te verliezen en gek te worden
- De angst om dood te gaan
- Tintelingen in handen of voeten
- Het plotseling warm of koud krijgen
Hoe ontstaat een paniekstoornis?
Om te weten hoe een paniekstoornis ontstaat, moet je eerst wat meer weten over paniek en paniekaanvallen. Angst en paniek zijn hele natuurlijke lichamelijke reacties op een mogelijk spannende of gevaarlijk situatie. Daarbij kan je bijvoorbeeld denken aan het moment vlak voordat je de uitslag krijgt van een belangrijk examen, of bij een plotseling hard geluid, of wanneer je op het nippertje bent ontsnapt aan een gevaarlijke situatie in het verkeer. Bij dit soort situaties reageert je lichaam namelijk direct door: o.a. een verhoging van de bloeddruk, er gaat meer bloed naar de spieren, het hart gaat sneller kloppen en je gaat zweten. Deze schrikreactie is heel natuurlijk en dient om het lichaam te beschermen en klaar te maken om te reageren.
Dus een schrikreactie is helemaal niet erg. Het betekent niet dat je een hartaanval krijgt of dat je gek wordt. Bovendien is flauwvallen praktisch onmogelijk als je daarvoor bang zou zijn; daarvoor heb nu net een láge bloeddruk nodig en niet de bloeddrukstijging, zoals bij een paniekaanval. Waarom doen schrikreacties of paniekaanvallen zich dan tóch voor terwijl er géén gevaar dreigt?
Drempelwaarde voorafgaand aan een paniekaanval
Om dit te begrijpen is het belangrijk dat je weet dat een paniekaanval een soort drempelwaarde heeft voordat hij optreedt. Dat zit zo. Als je voor de eerste keer een paniekaanval gehad hebt, ben je daarvan zó erg geschrokken, dat je daardoor bang bent en (bewust of onbewust) op je hoede blijft om er nog een te krijgen. Je let dan voortdurend nauwlettend op je lichaamssignalen. Bijvoorbeeld je hartslag, of een bepaalde lichtheid in je hoofd, welke je interpreteert als een mogelijke aankondiging voor een nieuwe paniekaanval. Echter, als je voortdurend zo gespannen bent, zorgt dat er juist voor dat je meer kans hebt om deze drempelwaarde te overschrijden en dus om een paniekaanval te krijgen. Er gebeurt dan dus precies waarvoor je zo obsessief op je hoede bent.
Een paniekaanval bestaat uit drie onderdelen:
- Sensaties in je lijf: je voelt iets ‘onheilspellends’ in je lichaam, zoals bijvoorbeeld hartkloppingen, benauwdheid, of duizeligheid.
- Aannames over de sensaties: je geeft aan deze lichamelijke sensaties een bepaalde betekenis, zoals bijvoorbeeld: ‘ Dit gaat niet goed ik ga flauwvallen’ of ‘ Help, ik krijg een hartaanval’, of: ‘ Ik verlies de controle, ik word gek’.
- Gedrag: je doet iets, zoals snel naar huis gaan, of situaties voortaan vermijden om de paniekaanval en de vermeende catastrofale gevolgen hiervan te voorkomen.
Werkwijze interventie angst en paniek:
In de interventie leer je om deze vicieuze cirkel te doorbreken, dat betekent dat we je leren om beter om te gaan met jouw paniekaanvallen en onder de drempelwaarde te blijven.
Dat doen we door een aantal beproefde methoden uit de cognitieve gedragstherapie, waarmee we ingrijpen in alle drie de onderdelen van een paniekaanval.
De toegepaste methoden voor angst en paniek zijn:
Psycho-educatie: je krijgt uitleg over de paniekklacht, zodat je precies weet wat er gebeurt in je lichaam en waardoor je leert om beter met een paniekaanval om te gaan en om deze voor de toekomst te voorkomen.
Relaxatie training: je leert ontspanningsoefeningen zodat je in moeilijke situaties wat rustiger kan blijven.
Interoceptieve exposure oefeningen: hierdoor leer je om zodanig om te gaan met de lichamelijke sensaties, dat je er niet langer meer angstig voor bent. Je leert bijvoorbeeld om de lichamelijke sensaties op te roepen en dat ze ook weer vanzelf verdwijnen.
Exposure in Vivo: hierbij leer je door je bloot te stellen aan voor jou angstige situaties dat de angst ervoor gaandeweg uitdooft. Het betreft dan doorgaans de plaatsen of situaties die je wellicht tot nu toe vermeden hebt of met veel spanning hebt doorstaan.
Evaluatie interventie angst en paniek
Gedurende het traject wordt regelmatig geëvalueerd over de voortgang van het project. Bij afsluiting wordt beoordeeld of de doelstellingen van het Plan van Aanpak voldoende gerealiseerd zijn.
Tijdsinvestering
12 tot 15 sessies van drie kwartier plus per sessie een kwartier voorbereiding en verslaglegging; variërend van eens per week tot eens per twee weken. Later in de behandeling minder frequent.